Wij kunnen het onze
konijnen ook Bladeren van bomen en takken te eten geven. Altijd
volgens het principe, zo gevarieerd mogelijk en nooit heel veel
van 1 enkele soort. Dat brengt hun dieet uit evenwicht.
Bladeren van linde,
berk, haagbeuk, paardenkastanje, ratelpopulier, moerbeiboom,
lijsterbes, hazelnoot, framboos, braam, vlier en druif kunnen
worden gevoerd aan de konijnen. Ook de bladeren van es, esdoorn
en els zijn bruikbaar, als men er maar rekening mee houdt, dat,
de bladeren van es, esdoorn en iep niet aan zogende voedsters
mogen worden gevoerd, omdat deze een slechte invloed op de smaak
van de melk zouden hebben. De melk wordt namelijk bitter en als
zodanig door de jongen geweigerd. De bladeren van els en wilg
zouden de melkafscheiding geheel tot stilstand brengen, zodat
men deze evenmin aan zogende voedsters mag geven.
Schakel nnoit plots
over van grasvoeding op loofvoeding. Dit is zoals elke plotselinge
voederverandering bij konijnen, verkeerd.Geef altijd een gemengde
rantsoen, waardoor een geleidelijke verschuiving in een bepaalde
richting mogelijk wordt gemaakt.
Het blad van frambozen
en bramenstruiken en vooral van de hazelaar vormt een bijzondere
lekkernij voor onze konijnen. Het loof van pitvruchten, bijvoorbeeld
van de kers, is eveneens waardevol, terwijl ook het blad van
appel en perenboom zonder enig bezwaar kan worden gevoerd. Het
loof van zwarte bessen schijnen zij daarentegen niet te eten.
De bladeren van
steenvruchten, zoals perziken, pruimen, enzovoort, moeten niet
worden gevoerd. Zij bevatten giftige stoffen. In de bladeren
en twijgen van de perzik komt blauwzuur voor.
Bladeren en takken
Acaciablad
Blad en bladscheuten die begin juni geplukt worden vormen een bruikbaar voedsel.
Later geplukt blad en ook het bladhooi hiervan is zonder voedingswaarde.
Daarentegen hebben de twijgen en de dunne takken, vooral de één
en tweejarige twijgen, in de winter een niet te onderschatten voedingswaarde.
De twijgen worden in de winter en in het voorjaar verzameld, vóór
het uitlopen van het blad, en worden fijngehakt. In die tijd zijn namelijk
de waardevolle voedingsstoffen in het rijshout verzameld. Maar ook als
het blad is uitgelopen kan het worden gevoerd. De acacia kan zeker driemaal
in een zomer worden gesneden zonder schade te lijden, zolang alleen de
jongste takken worden gesneden. De schors van de acaciastammen en van
de dikke takken bevatten namelijk een giftige albumose, en zelfs geringe
hoeveelheden schors kunnen al gevaarlijk zijn.
Hazelaarblad
Het loof van de hazelaar wordt door de konijnen graag gegeten. Het eiwitgehalte
is echter niet zo hoog en het gehalte aan ruwe celstof neemt bovendien
in de loop van de zomer sterk toe, waardoor de voedingswaarde afneemt.
Daarom kunnen de bladeren beter zo vroeg mogelijk geoogst worden.
Beukenblad
Jong beukenblad is goed geschikt. Echter vindt al snel een sterke afzetting
van kurkstof in het bladweefsel plaats; hierdoor wordt het blad slecht
verteerbaar. Beukenblad moet daarom vlak na het uitlopen worden geplukt,
want daarna heeft dat niet veel zin meer.
Lindeblad
Lindebladeren blijven lang mals. Maar lindebladeren worden vaak door bladluizen
aangetast en vormen dan een gevaarlijk voer, omdat zich op deze bladeren
gemakkelijk schimmels ontwikkelen, die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Alleen bladeren zonder bladluizen mogen gegeven worden.
Blad van de paardekastanje
Deze bladeren moeten jong worden geoogst. Oude bladeren zijn hard en daardoor
ongeschikt als voer voor onze konijnen.
Populierenblad
Het loof van de populier levert over het algemeen een goed veevoer. De bladeren
van de zwarte populier zouden een eterische olie bevatten en daardoor
niet graag worden gegeten.
Lijsterbesblad
Het loof van de lijsterbes wordt in de Skandinavische landen als veevoeder
nogal op prijs gesteld. Ook de bessen worden door konijnen in sommige
gevallen zeer graag gegeten (zie verder, want toch maar oppassen hiermee).
Berkenloof
Berkenloof wordt al snel moeilijk verteerbaar en moet daarom uitsluitend
in zeer jonge toestand worden geplukt. Het heeft echter als voer voor
onze konijnen betrekkelijk weinig waarde. Jonge twijgen zijn waardevol
bij darmproblemen zoals diarree.
Eikenblad
Eikenblad heeft een stoppende werking en moet daarom slechts als geneesmiddel
bij diarree worden gezien en niet als voedermiddel. Met het oog op de
stijging van het toch al hoge gehalte aan looizuur moet het blad niet
te laat in de tijd worden verzameld. Het blad van de Amerikaanse eik
zou giftige eigenschappen bezitten en kan daarom beter niet aan konijnen
worden gevoerd.
Boomvruchten
Eikels
(Quercus Robur L.) en andere Eikensoorten, onder andere de Amerikaanse Eik.
Vruchtvorm: eironde, lederachtige nootvrucht.
Eikels bevatten weinig eiwit , maar zijn rijk aan zetmeelachtige stoffen.
Bekend is dat zij in tijden van voedselschaarste een bruikbaar varkensvoer
vormen. Ze zijn echter minder rijk aan voedingsstoffen dan de kastanjes.
Ongeschild in fijn gestampte toestand worden ze door de konijnen graag gegeten.
Door het gehalte aan looizuur en de aanwezigheid van een bitterstof moeten
de dieren er echter eerst aan wennen, en moeten de eikels met mate gegeven
worden.
Het voeren van te veel eikels is af te raden, omdat zij dan stoppend werken.
Liefst ook niet voederen aan drachtige voedsters omdat ze er te dik van worden.
Na de worp kan men direct weer eikels aan de voedster geven.
De jonge konijnen eten vaak de door de voedster aangebeten eikels voor haar
neus weg, zodat zij moeite heeft een paar voor zichzelf te bemachtigen. De
basten blijven achter. Eikels met maden laten de konijnen liggen.
Wilde kastanjes
(Aesculus Hippocastanum L.) en andere Kastanjesoorten.
Vruchtvorm: stekelige doosvrucht, waarin de 'kastanjes'.
Wilde kastanjes vormen een waardevol voedermiddel. De verteerbaarheid is
waarschijnlijk in verse toestand het grootst. Het drogen moet bij matige
temperatuur plaatsvinden, omdat anders de smaak achteruit gaat.
Beukennootjes: oppassen
Kunnen giftig zijn, hoewel konijnen en minder gevoelig voor zijn dan sommige
andere dieren. Toch maar beter niet voeren en zeker niet in grote hoeveelheden.
Lijsterbessen: oppassen
De bessen kunnen niet vers gegeven worden maar moeten worden gedroogd om
ze als konijnenvoer te kunnen gebruiken. De trossen worden hiervoor aan
een lijn in een goed geventileerde ruimte opgehangen, waar ze onbereikbaar
zijn voor vogels.
De lijsterbessen ontlenen hun voedingswaarde in hoofdzaak aan de suiker en
de zetmeelhoudende stoffen. Het eiwit- en vetgehalte is laag.
Ligusterbessen:
giftig
De Liguster is zeer bekend als heggenstruik. De wat leerachtige, gladde bladeren
worden door de fokkers en liefhebbers van konijnen als giftig beschouwd.
NIET VOEREN dus!!!
De aan de lucht gedroogde zwarte ligusterbessen worden daarentegen door de
konijnen graag gegeten. Over het algemeen zal in ons land de oogst van deze
bessen wel gering zijn. In gesnoeide hagen komen ze niet voor, zodat men
voor het verzamelen op de enkele vrijstaande ligusterstruiken is aangewezen.
Heeft men echter de beschikking over ligusterbessen, dan kunnen deze zonder
bezwaar in geringe hoeveelheden als voedsel voor konijnen worden gebruikt.
De bessen blijven dikwijls tot ver in de winter aan de struiken
Amerikaanse vogelkers
(Prunus serotina C.)
Vruchtvorm: zwarte, sappige, niet openspringende steenvrucht.
De vogelkersbomen behoren tot de pruimenfamilie. De vruchten zijn glanzend
zwart en smaken bij de gewone wilde vogelkers zeer wrang. De bessen van de
gekweekte, maar ook wel verwilderd voorkomende Amerikaanse vogelkers smaken
daarentegen, vooral in sommige jaren, flauw-zoet. Deze bomen leveren in de
herfst een grote hoeveelheid bessen, die gemakkelijk afvallen, zodat de grond
onder de bomen bezaaid ligt met bessen. Het is opgevallen, dat enkele loslopende
konijnen er geregeld van kwamen eten. Uit onderzoek is gebleken dat, hoewel
het ene konijn de bessen beter eet dan het andere, ook deze bessen gebruikt
kunnen worden in de voeding van onze konijnen. Ze dragen bij tot het rijke
en gevarieerde menu van onze konijnen
Meidoornbessen
(Crataegus Oxyacantha L.) en (Crataegus monogyna Jacq.)
Vruchtvorm: rode bolvormige steenvrucht.
De Meidoorn of Hagedoorn is algemeen bekend als struik voor heggen. Gesnoeide
vormen bloeien niet en dragen geen vrucht. De rode bessen moeten van ongesnoeide
bomen worden verzameld.
Het is bekend, dat de vogels, vooral de lijsters, er een speciale voorkeur
voor hebben maar ook wilde konijnen schijnen de bessen met graagte te eten.
