LAND VAN OORSPRONG: Duitsland.
PUNTENSCHAAL:
1. Type en bouw 20
2. Gewicht . 10
3. Pels 20
4. Verzilvering en schakering 15
5. Dekkleur en gelijkmatigheid 15
6. Tussen? en grondkleur 15
7. Conditie 5
100 Punten
1. TYPE EN BOUW
Het type
gedrongen walsvormig met licht welvende ruglijn
Lichaamsbouw:
krachtig ontwikkeld met brede borst en goed afgeronde achterhand. Het is goed
gevleesd en gespierd.
De kop
is krachtig ontwikkeld, met breed voorhoofd en volle wangen en sluit goed bij
het lichaam aan.
De oren
Vlezig en goed behaard. Ze zijn dicht behaard en hun lengte ligt begrepen tussen
13 en 15 cm.
Benen
krachtig, van gemiddelde lengte en breed gesteld
Staart:
breed maar niet te lang
Wam :
bij voedsters is een kleine, goed geplaatste en gevormde wam toegelaten.
2, GEWICHT
Min. 3,5 Kg. Ideaal 4,5 Kg. Max. 5,5 Kg.
3.PELS
De pels heeft normaalhaar-middellang. Hij is rijk aan onderwol en heeft een
gelijkmatige begranning.
4. VERZILVERING EN ZWARTE GRANNENHAREN (Stich)
Door de glans van de overwegend verzilverde dekharen heeft de dekkleur een
blauwachtig witte zilverglans. De lange, glanzende zwarte grannenharen steken
ongeveer 1 cm. boven de dekharen uit. Ze zijn gelijkmatig over de zilverwitte
dekkleur verspreid.
De oogkleur is bruin, de nagelkleur donker hoornkleurig tot zwart.
5. EENVORMIGHEID
De verzilvering moet zich zo gelijkmatig mogelijk uitstrekken over het gehele
lichaam, met inbegrip van kop, oren en benen. Hetzelfde geldt ook voor de
lange zwarte grannenharen (stich).
6. GRONDKLEUR
De grondkleur is donker, leiachtig blauw tot aan de haarwortel. Zij
mag niet met volledig witte haren vermengd zijn. Bij oudere dieren
is de grondkleur wat lichter. Hiermee moet bij de beoordeling rekening
worden gehouden.
7. CONDITIE
Zie algemeenheden.
LICHTE FOUTEN
Lichte afwijkingen in type en/of bouw ; grote wam ; iets ongelijkmatige verzilvering
; wat lichte of donkere verzilvering; te weinig zwarte grannen; licht gekleurde
borst ; wat donkere kop, oren of snuit ; donkere benen en staart ; nogal
lichte of onzuivere grondkleur.
Zie verder lichte fouten, geldig voor alle rassen.
ZWARE FOUTEN
Grove afwijkingen in type en/of bouw ; te weinig verzilvering of zwarte grannenharen
; te bleke, bijna witte dekkleur zonder de blauwe schakering; witte vlekken
of sterke roestvorming ;witte of verwaterde andere dan bruingekleurde ogen.grondkleur
; kleurloze nagels
Zie verder zware fouten welke gelden voor alle rassen.