Grote Zilver

foto: http://kaninchenzucht.de/


f oto: (Foto von Franz-Josef Wissing)

LAND VAN OORSPRONG: Duitsland.

PUNTENSCHAAL:

1. Type en bouw 20
2. Gewicht . 10
3. Pels 20
4. Verzilvering en schakering 15
5. Dekkleur en gelijkmatigheid 15
6. Tussen? en grondkleur 15
7. Conditie 5

100 Punten

1. TYPE EN BOUW

Het type
is licht gestrekt en walsvormig. De nek is kort.

Lichaamsbouw:
het lichaam is even breed in schouders als in achterhand. Het is goed gevleesd en gespierd. De ruglijn is evenwijdig aan de buiklijn en loopt samen met de mooi afgeronde lijn van de achterhand.

De kop
is krachtig ontwikkeld en sluit goed bij het lichaam aan.

De oren
zijn stevig van inplanting en structuur. Ze zijn dicht behaard en hun lengte ligt begrepen tussen 13 en 15 cm.

Wam :
bij de overjarige voedsters is een kleine, goed geplaatste en gevormde wam toegelaten.

2, GEWICHT
Min. 3,250 Kg. Ideaal 4,250 Kg. Max. 5,250 Kg.

3.PELS
De pels heeft normaalhaar-middellang. Hij is rijk aan onderwol en heeft een gelijkmatige begranning. De pels is glanzend en elastisch,

4. VERZILVERING EN SCHAKERING
De verzilvering steekt sterk af tegen de hoofdkleur. Ze wordt gevormd zoals bij alle zilvers, door een min of meer uitgebreid aantal witgetopte (kleurloze) haren.
De toppen van de grannenharen en de onderwol mogen in geen geval ontkleurd zijn, zelfs niet gedeeltelijk. Ze zijn over hun gehele lengte gekleurd. Naar gelang de verhouding tussen de verzilverde en de niet verzilverde dekharen, onderscheidt men bij elke kleurslag drie verschillende schakeringen : licht, midden en donkerzilver.

Lichtzilver
Bijna alle dekharen zijn verzilverd zodat het dier vanop enige afstand bekeken, een geheel lichtzilverkleurig uitzicht heeft, Bij nader toezien bemerkt men echter enkele gekleurde dekharen, die regelmatig tussen de verzilverde dekharen zijn verspreid. Deze mogen echter niet te gering in aantal zijn. Ongeveer 1 gekleurd op 5 verzilverde haren.

Middenzilver

De verzilverde dekharen zijn ongeveer in dezelfde verhouding aanwezig als de gekleurde dek- en grannenharen samen. Ongeveer 1 gekleurd op 1 verzilverd haar.

Donkerzilver
Een gering aantal dekharen is verzilverd zodat het dier vanop enige afstand bekeken, geheel gekleurd lijkt. Bij nader toezien bemerkt men echter enkele verzilverde dekharen, die regelmatig over het dek zijn verspreid. Het aantal verzilverde haartoppen is hier ongeveer even groot als het aantal gekleurde haren bij de licht zilver. Ongeveer 5 gekleurde op 1 verzilverd haar.

5. DEKKLEUR EN GELIJKMATIGHEID
De dekkleur wordt gevormd door de basiskleur, die bij iedere kleurslag, zuiver en intens moet zijn en waartussen de verzilvering niet alleen in de juiste schakering, maar ook zo gelijkmatig mogelijk over hetganse lichaam is verdeeld.

Volgende kleurslagen zijn erkend
Konijngrijs : de hoofdkleur is konijngrijs. De buik, de kaakranden, de kin, de achterzijde van de voorbenen, de binnenzijde van de achterbenen en de onderzijde van de staart zijn wit. De triangel in de nek is bruin en de oortoppen zijn zwart omzoomd. Het dek is intens gekleurd en glanzend.
De oogkleur is bruin, de nagels donker hoornkleurig.

Zwart: de hoofdkleur is zwart Het dek is lakzwart gekleurd en glanzend.
De oogkleur is donkerbruin, de nagels zijn donker hoornkleurig tot zwartachtig.

Blauw: de hoofdkleur is blauw. Het dek is intens blauw gekleurd en glanzend.
De oogkleur is blauwgrijs en de nagels zijn hoornkleurig.

Bruin : de havannakleur moet zoveel mogelijk worden nagestreefd. Het dek is glanzend en intens donkerbruin gekleurd.
De oogkleur is bruin, de nagels zijn hoornkleurig.

Geel (wildkleur) : de hoofdkleur is glanzend en intens geel. De buik, de kaakranden, de kin, de achterzijde van de voorbenen, de binnenzijde van de achterbenen en de onderkant van de staart zijn wit.
De oogkleur is bruin en de nagels zijn hoornkleurig.

Tussen en grondkleur

Konijngrijs: de tussenkleur is roestbruin en de grondkleur is blauw.
Zwart: de tussenkleur is zwart, de grondkleur donkerblauw.
Blauw: tussen- en grondkleur is blauw.
Bruin: de tussenkleur is bruin en de grondkleur blauw.
Geel: de tussenkleur is intens geel. De grondkleur is geel.

Conditie
Zie algemeenheden.

LICHTE FOUTEN
Geringe afwijking in type en/of bouw wat sterke, wat onregelmatige of wat vlokkige verzilvering ;nogal licht gekleurde borst en benen ; roestvlekken ; wat matte hoofdkleur; enkele doorlopende witte haren in de grondkleur; zwakke blauwe grondkleur op de buik bij konijngrijs ; wat gele aanslag op de buik bij de gele kleurslag ; zwakke of onzuivere tussen- en grondkleur.
Zie verder lichte fouten, geldig voor alle rassen.


ZWARE FOUTEN
Grove afwijkingen in type en/of bouw ; zeer onregelmatige verzilvering; ontbreken van de verzilvering op kop en borst; te donkere extremiteiten; te bleke borst en benen; veel roest aanslag ; veel doorlopende witte haren in tussen- en grondkleur; onbreken van de blauwe grondkleur op de buik bij konijngrijs ;zwarte aanslag bij geel; en bruinzilver ;witte ring om de aars ; sterk gele aanslag op de buik of in de grondkleur bij geelzilver.
Zie verder zware fouten welke gelden voor alle rassen.