LAND
VAN OORSPRONG: België.
1. TYPE EN BOUW
Het type is eerder
gestrekt, de hals is vrij kort en krachtig.
Lichaamsbouw: het lichaam is flink gespierd, goed gevuld en mooi afgerond,
De licht gewelfde rug is goed bevleesd.
De kop is tamelijk sterk ontwikkeld, afgerond ruitvormig met goedgevulde wangen.
De oren zijn stevig ingeplant aan de basis, flink ontwikkeld en goed rechtop
gedragen. De oorlengte is begrepen tussen 13 en 14,5 cm.
De benen zijn middelmatig lang, sterk ontwikkeld en gespierd.
Wam: een kleine goed gevormde wam is bij de voedster toegelaten,
2. GEWICHT Min.4
Kg. Ideaal 4,5 Kg. Max. 5 Kg. (oud 0-1 5,5 Kg)
3. PELS
De pels heeft normaalhaar?middellang. Hij is dicht, zacht en glanzend
4. VERZILVERING EN
SCHAKERING
De
graad van verzilvering die wordt geëist voor de bepaalde
schaki ring, wordt verkregen door de verhouding der verzilverde
haartoPPE ten overstaan van de zwarte haartoppen en de zwarte
grannen.
De ideale verhouding
tussen de verzilverde en de niet verzilver( haartoppen is ongeveer
gelijk met iets meer verzilverde haartoppe waardoor de Belgische
Zilver geklasseerd wordt bij de middenzilvers
5. GELIJKMATIGHEID
EN DEKKLEUR
De dekkleur wordt
gevormd door de glanzend zwarte dek- en gr,nenharen en de verzilverde
haartoppen, die in de juiste verhouding gelijkmatig mogelijk over
gans het lichaam zijn verdeeld met inbeg van kop, oren, benen en
staart.
Zijn de zilver getopte
haren onvoldoende in aantal aanwezig dan is dekkleur te donker.
Zijn ze echter te sterk vertegenwoordigd dan is dekkleur te bleek.
De oogkleur is donkerbruin,
de nagelkleur zwart.
6. TUSSEN-EN GRONDKLEUR
De tussenkleur die
zeer belangrijk is, is donkerblauw tot bijna zwart. De grondkleur
is blauw tot aan de haarwortel. Ze is zuiver, zonder menging van
witte haren.