Grollen : Jij doet iets, wat ik helemaal niet
leuk vind..
Lichtjes wiegen met de kop. Ik ben een albino en zie niet
goed, mag ik a u b mijn beeld focussen
Luid gillen - Pijn, maar ook doodsangst. Kleine babykonijntjes durven
wel eens gillen als ze voor het eerst worden opgepakt.
Zachtjes fluiten - Laat me met rust
Zacht blazen - Pas op Meneertje, je werkt op mijn humeur. Ik ga
aanvallen...
Brommen - Ja, nu ben ik goed kwaad en moet dus wel aanvallen.
Tandenknarsen - Hevige pijn
Lusteloos- Ook hevige pijn of flink ziek
Zachte maalgeluidjes tijdens het knuffelen - Hé dat is lekker,
doe zo voort
Met z'n neus porren - Bewijs van sympathie : jou mag ik wel, jij
bent een lieverd
Likken - Voor zweet, lekker zout
Met z'n kop stoten - Laat me toch met rust.
Aan z'n etensbak trekken - Honger!!! Waar blijft mijn eten
In je vinger bijten bij voeden - "Schiet nou eens op!!!" Wat
kan jij treuzelen.
Graven - Ze willen een holletje graven. Dit is typisch voor voedsters
die in de natuur instaan voor de huisvesting. Emancipatie? Vergeet het.
Het zijn de dames die werken
Met achterpoten stampen - Andere konijnen waarschuwen voor gevaar.
Op z'n achterpoten gaan staan - Alert en nieuwsgierig
Met z'n oren slaan - Blijheid
Plat op de grond liggen - Hij voelt zich prettig en rust uit.
Pootjes onder z'n lichaam trekken - Hij is gestoord in z'n situatie
(klaar om weg te springen)
Gespannen houding - Klaar om aan te vallen
Met z'n onderkin ergens overheen wrijven - Territorium afzetten
Rollen op de rug of zijden - Bijzonder welbehagen
Overal keutels deponeren: Visitekaartje achterlaten voor soortgenoten:
ik was hier eerst. Dus ook afbakening van territorium.
Urine sproeien Territorium markeren.